Markante Mildammers

Riekele Hoekstra

Geboren en getogen in Mildam en meestal te vinden op het sportveld achter zijn huis: Riekele Hoekstra, buurtcoördinator van een stukje Schoterlandseweg. ‘Sport is myn libben’, zegt hij met zijn kenmerkende glimlach en dat klopt ondanks een herseninfarct in 2010 nog steeds.

Riekele Hoekstra woont met zijn vrouw Tineke toevallig in hetzelfde huis waarin hij 74 jaar geleden is geboren. Of eigenlijk niet toevallig. Mem Hoekstra raakte naar Coornhertstate en zo kwam haar huisje aan de Schoterlandseweg 85 vrij. Zus Lutske had geen belangstelling, maar Riekele die dichterbij Oudeschoot dan Mildam woonde wel: “Je kinne sa út hûs wei nei achteren it sportfjild opstappe.” En zo stapt Riekele vrijwel dagelijks zijn andere wereld binnen. Hij moet vaak ‘eefkes nei achteren’, waar hij vooral actief is met gras maaien, lijnen trekken en dat soort klussen.

Maar vroeger, ja vroeger! Hij is als het ware met de bal aan de voet geboren en wist niet beter dan dat heit en voetbal bij elkaar hoorden. Riekele: “Doe ’t se de ‘geruisloze weg’ oanleiden, wiene der in bulte Hollanners dy ’t hjir yn ‘e kost wiene. Dy mochten graech in partijtsje fuotbalje en dêrút is yn 1929 in ferieniging ûntstean, de HFC: Holland-Friesland Combinatie.” Heit Sjoerd werd secretaris van het bestuur en toen de weg af was en de Hollanders vertrokken, werd de clubnaam veranderd in VV Mildam.

Technische dienst

Uit de tests bij meester Woudstra bleek dat Riekele een technische aanleg had. Omdat ook ouders een stem in het kapittel hadden, werd het aanvankelijk de ULO voor het vervolgonderwijs, maar zijn draai vond Riekele pas goed op de Ambachtschool. Machinebankwerker was zijn doel met erachteraan de ‘kopklas’, een extra jaar om automonteur te worden. “Doe haw ik in pear jier wurke by Simon Schram yn Wolvegea, crossmotoren. Prachtich wurk hear en dernei by de Gebroeders Van der Meer. ‘Smaragd van de Dracht’ wie dizze fytsemakker nei eigen sizzen. Ik bongele as jonkje altyd al om by fytsemakker/smit Van der Hoeff hjir op ‘e streek. Dy makke sels kachelpypen en izeren bannen om de houten tsjillen. Och, en dat rookje fan it hynders beslaen…

Toen moest hij onder dienst, naar Roermond en Venlo, 5 uur reizen. Riekele: “Mar yn Schaarsbergen letter moette ik in soldaat út Stjinwikerwold mei itselde MOS nummer*, dat wy hawwe ruile!

Na z’n diensttijd kon hij aan de slag bij de Technische Dienst van Batavus en 6 jaar daarna bij die van de NBM. Nederlandse Basalt Maatschappij (voorheen Gebr. Algra), verduidelijkt hij, asfaltcentrale. De pas getrouwde Riekele werd nog uitgeleend aan Snitjer en moest naar Franeker heen en weer: om 5 uur op en pas ’s avonds weer thuis. De boeren kregen gas en de TD moest overal in de provincie haperingen oplossen. Riekele: “Doe woene se ús hookstrooks nei België ha, mar dat verpoften wy! Ik seach ús jonges dochs al hast nooit!

Sjoerd Hoekstra toernooi 

Riekele kwam terug bij Batavus. Dus meer thuis? Riekele: “Nou nee! Ik fuotballe omraek en wie eltse joen beset: fuotbal, volleybal, elftalkommisje, sneons wedstriiden. En ik wie ús heit opfolge yn it bestjoer fan de VV Mildam.” Heit is een verhaal apart. Als adres voor ingevulde toto-formulieren hoorde hij van mensen die een toernooi wilden opzetten. Heit financierde graag mee en schonk o.a. een voetbal – en toen kreeg het toernooi zijn naam.

Maar de bal kan raar rollen. In 2010 werd Riekele wakker, alleen zijn voet bleef slapen. Alle functies bleken normaal, vond de dokter. Tot kleinzoon Rick de dag erop uitriep dat pake zo morste met eten. Het ziekenhuis constateerde een herseninfarct en Riekele raakte 2 dagen van de wereld. Riekele: “Ik bin letter yn De Sweach bedarre foar myn revalidaasje. Geweldich sa ’t dy je oanpakke mei ‘geen medelijden maar medeleven’, ek foar de frou. Ik haw wer rinnen leard, prate, nyfelje mei de hannen. It ûnthâld is minder bleaun en mooi skriuwe slagget net mear. Allinne wol spitich dat ik doe ’t ik krekt thús wie yn ‘e brûs fallen bin: heup brutsen.”

De op en top VV Mildam-man mocht gelukkig nogmaals revalideren in Beetsterzwaag, maar loopt nog moeizaam. Liever peddelt hij op de postcodefiets. Hij gaat dagelijks ‘eefkes nei achteren’ en is in de Tjongerschans actief in de training voor hartpatiënten. Hij blijkt een besmettingsgevaar: zoon Sjoerd zit in het jeugdbestuur en trainde diverse jeugdteams en kleinzoon Rick trapt een aardig balletje mee.

 

Janine Klaren

Sommige Mildammers hebben genoeg aan enkel een voornaam. Vraag naar ‘Janine’ en iedereen kan je de weg wijzen. Een enkeling weet dat ze officieel Klaren-Bredewout heet, en vrijwel iedereen kent haar in spiegelbeeld. Janine zit namelijk al de helft van haar leven met de handen in het haar.

Haar ouders komen uit Windesheim en Wapenveld en spreken Nederlands. Maar omdat vader werk vond bij IJzergieterij Ten Cate werd Heerenveen hun thuisbasis en klonk overal Fries om hen heen. In 1966 werd de 2e dochter, Janine, geboren en 10 jaar later verhuisde het gezin naar de Kerkelaan in Katlijk. Het meisje was creatief en wilde liefst haar brood verdienen in iets met mode of uiterlijk. Maar in haar eentje achter de naaimachine verveelde al snel. Haar vakantiebaan bij Koosje, die in de salon op de Wâldsterwei in De Knipe wel een vlotte meid kon gebruiken, beviel uitstekend. Na de vakantie ging Janine als 15-jarige meteen door naar de kappersvakschool in Leeuwarden, terwijl ze als geen ander praktijk opdeed. Janine: ”Ik gie 2½ dei nei skoalle en wurke de rest fan de wike yn ‘e salon. We diene doe ek Mariënbosch, dat ik haw goed permaninte leard. En Koosje trune my oan om Frysk te praten. Dat hie ik net fan thús mei.”  De school was goed om het dames- en herenvak ook in theorie te beheersen en na 4 jaar De Knipe koos ze voor een grote salon in Zwolle.

Van de trap gevallen

Na haar trouwen met Kees Klaren begon ze haar salon op hun bovenverdieping in de Jan Mankeslaan. Gelukkig is daar, alle commentaar ten spijt, nooit een klant van de trap gevallen! Wel is hun zoon er geboren en toen hij 4 was kon het stel in Mildam een huis huren. Omdat ze intussen nog 2 dochters kregen, wilde Janine meer tijd voor het gezin en stopte ze met werken. In totaal 6 jaar was ze uit het vak, maar toen de jongste ruim 2 was, begon het te kriebelen en ging ze weer aan de slag. “Wurk oan hûs is wol sa noflik dan. Ik hie û.o. by Anna Schotanus in soad erfaring en minskekennis opdien en dat komt goed fan pas yn ús fak.”

Janine runt het Mildamse bedrijf al 22½ jaar, maar de huidige salon is uit 1998. Toen ging verhuurder Jongsma met pensioen en konden de Klarens het huis kopen. En verbouwen! Janine: “We sieten earst yn wat no wachtromte is. Klanten wachtten yn it gonkje, in gerdyn wie de âfskieding nei ús keuken.”  

Jongsma’s bouwbedrijf achter huis verdween, de bedrijfsbestemming bleef. Het kleinschalige heeft de salon behouden, gezellig en persoonlijk, vindt Janine: “En âfwikseljend! Dan knipst in jonkje fan 2 en dan wer in frou fan 85. Ik leauw dat oandacht hast like wichtich is as it hier. Minsken kinne harren ferhael kwyt en ik mei graech lústerje.”

Geen lazy ladies

Tijdens het gesprek gaat het werk door, dochter Cathy knipt een klant. Sinds zij er 1½ jaar geleden bij kwam, is de salon de hele week open. Het werk vernieuwt zich bijna per jaar. Janine: “Froeger wie it simmerdeis in coupe soleil en foar de winter in spoelinkje. Tsjinwurdich binne der sa folle technieken: ferve mei folie, pastelkleuren, galamodellen, en ek manlju dy it hier ferve litte.”

Wat hetzelfde blijft, is dat je ‘naar de klant toegroeit’, vertelt Janine: “Elts bedoelt wat oars mei ‘Doch it mar lekker koart’. En je komme op ferhalen werom. Doe wie ien siik, hoe is it der no mei?”

Verhalen genoeg, zoals die keer dat een zoontje zijn moeder ‘hielp’, toen er purschuim in het haar van zijn zusje was gekomen – met een schaar bij de haarwortels langs. Dat werd dus een kort kapsel plus haarband. Of de bruid, die de dag tevoren ontdekte dat ze alles had geregeld – behalve de kapper. Zij kon alsnog op de trouwdag in alle vroegte terecht.

Moeder en dochter zitten nooit stil. Ze doen bijscholingen en zijn actief op de ‘Lazy Ladies Sunday’. En Cathy brengt iets nieuws in: visagie. Ze maakt mensen perfect op, kapt ze en laat er een fotograaf op los. Al met al is er goed nieuws voor Mildam: geen haar op hun hoofd die eraan denkt ooit te stoppen!

 

Grietje Kooistra-Marinus

Je ziet haar vrijwel dagelijks lopen. Of stilstaan, want overal zijn er bekenden om mee bij te kletsen. Maar wat wil je? Grietje Kooistra zit of zat overal in: vaak op het sportveld te vinden – zelf in de weer of als bestuurslid of moeder – en als bestuurder van wat-niet-al.

Grietje is Kompenijster. In 1945 in Jubbega geboren, mocht ze ondanks de naoorlogse schaarste op alle sporten die er waren. Grietje: “Ik siet al op korfbal (WK- Wordt Kwiek), mar mocht ek swemme. Op myn 7e is it swembad dêr iepene.” Op haar 14e verhuisden ze naar Heerenveen, waar vader bij Batavus kwam. Zijn werk als smid – binnen in de hitte en buiten paarden beslaan – tastte zijn gezondheid aan. Toen hij later op halve dagen moest overgaan, ging hij voor de hobby: buurman Van der Schaar helpen in de lijstenmakerij.

Voor Grietje was Heerenveen sportstad bij uitstek. Ze korfbalde in het eerste van Blauw-Wit en turnde de sterren van de hemel. Tja, tot ze later haar achillespees brak en een jaar moest rusten. Niet voor één gat te vangen bedacht Grietje dat je wel ‘Nei in heal jier mei ritmische gimmestyk koe begjinne’. Dat ging goed: de club werd zelfs tweede van Nederland!

Intussen kreeg ze verkering met voetbalman Franke Kooistra. Het jonge stel had weinig tijd samen. Elke avond waren ze wel ergens in touw en in de weekends deed ieder zijn eigen sport. Als het kon stond Grietje zondags wel langs de lijn, want Franke trainde voetbalploegen tot Donkerbroek en Willemsoord aan toe.

Je leert verliezen

Waarom die sportgekte? Grietje: “Winne is leuk fansels, mar je leare ek ferlieze! Doe de sneontemoarn deroan gie mei myn skaatstraining wie it tefolle. We binne yn 1970 troud en ik sei farwol yn It Fean.”  Ze kochten een smûk huisje aan de Brêgeleane en Grietje besloot haar heil in Mildam te zoeken. Ze kwam al snel in het korfbalbestuur van De Driehoek (die 6 jaar geleden met Blauw-Wit is gefuseerd!).

Maar het zou niet bij sport alleen blijven. Na 3 jaar verruilden de Kooistra’s de Brêgeleane voor hun huidige woning aan de Schoterlandseweg 31, waar in 1976 en 1981 de zoons zijn geboren. Met te hoge bloeddruk moest Grietje beide keren wekenlang naar het ziekenhuis – wat met een doodzieke moeder erbij een zware tijd was. Deze overleed toen de jongste 7 weken was.

Grietje: “Ik wurke foardat ik bern hie by Tektronix en moast sneons korfbalje. Doe letter de jonges ek fuotballen op dy dei, koe ik noait by hun wedstriiden wêze, dat doe bin ik stopt. Ik wie yntusken 40 en benaud foar myn kondysje, dat ik gie eltse dei drave! Dan wie ik thús as de bern út skoalle kamen.” Met stopwatch en serieuze oefeningen regelde Grietje een damesploeg bij elkaar. Nu, 30 jaar later, zijn er nog vijf dames over die wekelijks… nee, niet meer hardlopen. De leeftijd ging omhoog en het tempo omlaag, grinnikt Grietje. Er wordt nu gewandeld of gefietst.

Niksen of besturen

Met opgroeiende kinderen komen er andere zaken op je pad en zo zei ze ja tegen het schoolbestuur, de ouderraad en later medezeggenschapsraad van school. “Prachtige tiid!” stelt ze, terugdenkend aan de kerstlunch: “Broadsjes foar 80 bern bestelle by Rein Húsman dy kryststikjes joegch foar op de tafels – mei dêrop al myn wyte lekkens! In wyte kryst, haha, it wie geweldich!”

Toen skoanmem vlakbij kwam wonen, besloot Grietje een jaar te ‘niksen’ om aandacht aan haar te kunnen geven – wat ze nooit voor haar eigen moeder had kunnen doen. Franke’s mem ging zo snel achteruit dat ze naar verpleegtehuis Anna Schotanus moest. Grietje werd meteen gestrikt voor het koor – en schoonmoeder knapte wonderwel nog op.

Maar het ‘niksen’ bleek niks voor Grietje! Met de kinderen op school en de man voor Batavus in het buitenland ging ze uit verveling bij anderen in de huishouding werken. Men wist haar echter wel te vinden. Ze werd gevraagd in het bestuur van de Ouderensoos, wat ze 8 jaar heeft gedaan. Van daaruit raakte ze betrokken bij de enquête waar Doarpshelp uit is voortgekomen. Ze blijft bestuurlijk actief maar voelt zich vooral uitvoerend vrijwilliger. En eens per jaar is ze met rolstoelers op pad: ‘Lopen voor rollers’. Vanuit het Thomastsjerkje, waar koffie, thee en lunch klaar staan, maken ze ’s morgens en ’s middags de nodige kilometers, al 10 jaar lang.

Het is duidelijk, Grietje is dagelijks wel onderweg voor iets of iemand. Ofschoon één ding heilig is: Franke en zij bewaken de tijd die ze hebben om op de kleinkinderen te kunnen passen.

 

Geart Rozenberg

Oorspronkelijk komt de familie uit Jubbega, maar Geart woont sinds z’n zesde in Mildam. Heit kreeg toen werk bij IJzergieterij Ten Cate, die in Heerenveen een filiaal had geopend. Geart is de oudste van drie jongens, een soort ‘Rozenbergtrio’. Dat er muziek in de jongen zat, merkte meester Feenstra van de Tjongerschool al snel: zijn leerling versloeg hem keer op keer met dammen…

Denksport en dan tig stappen vooruitkijken, het is Geart wel toevertrouwd. Als gewaardeerd lid van damclub Heerenveen verschijnt hij elke dinsdagavond prompt op de wedstrijdavonden. Op deze druk bezochte avond in Hof van Schoterland zit de crème-de-la-crème van Friesland daar achter een bord. Een dambord wel te verstaan! En doordat in 1975 de 15-jarige Henk Hosper Nederlands kampioen bij de aspiranten werd, is Hof van Schoterland uiteindelijk thuisbasis en clubgebouw voor alle Friese talent geworden. Geart: “Wêrom Fryzen sa goed binne yn it dammen? Russen kinne it better, hear! Miskien om’t se harren yn de kâlde winters binnen vermeitsje moatte?” Geart heeft de meeste bewondering voor Ton Sijbrands, de ‘dam-encyclopedie’ die alle titels in de wacht heeft gesleept en regelmatig blindsimultaans geeft. Dat laatste is niks voor Geart: “Dat kin ik net, mar ik haw wolris remise tsjin him spyle by in gewoane simultaan!”.

Intussen schuift hij met één vinger stenen over het bord, mompelt ‘Zo ben je er in 4 stappen geweest’ of regelt een ‘plakker’, waardoor de tegenstander eerst een meerslag moet maken om vervolgens door Geart fijntjes te worden ingemaakt.

In snoek yn ‘e broek

In Gearts jeugd verhuisde het gezin van Jubbega naar Mildam waar ze aan de toen nog onverharde Molenlaan een huis kregen. Hij kent de winkels nog van toen en zat als kind vaak te vissen in de Tjonger bij brêgewipper Schokker. “As ik neat fongen hie, hie ik wol in oare snoek helle,” grinnikt hij, waarna we een oud deuntje boven water halen (‘In snoek, in snoek by Geart yn ‘e broek!’).

Geart doorliep de Tjongerschool, ging naar de LTS in Heerenveen om elektromonteur te worden en volgde nog een jaar timmerklas toen het met het werk in de bouw vastzat. Vervolgens moest hij onder dienst. Geart: “Ik moast 18 moanne en kaem op yn Breda. Dernei haw ik yn Eindhoven autoride leard en doe kaem ik úteinlik yn Havelte telâne. As kok en chauffeur.

Geart is vrijgezel – met een vriendin in Wolvega – maar hij kookt dagelijks zijn eigen kostje. Dat deed hij destijds ook regelmatig toen mem nog leefde. Maar toen die er niet meer was, wilde hij wel een eigen huisje en dat kwam vlot voor elkaar. Hij woont alweer 23 jaar in een seniorenwoning aan De Dobbe, het laatste stukje nieuwbouw in Mildam. Dit los van de ‘inbreiding’ aan de Molenlaan, waar broer Harm de ouderlijke woning mocht inruilen voor nieuwbouw, compleet met z’n pluimvee.

Vogelvirus

Dammen is dan misschien zijn favoriete tijdverdrijf, ook daarbuiten verveelt Geart zich niet. In de eerste plaats heeft hij zijn baan: hovenierswerk, met name in Skoatterwâld. In de winterperiode is er minder te doen, dus dan is het vooral houtzagen geblazen, maar in april kan hij weer buiten aan de slag. Leibomen snoeien bijvoorbeeld, waar je met een ploegje zeker vier dagen zoet mee bent. Hij heeft zich speciaal laten omscholen. Het buitenwerk trok meer, zegt hij, toen hij een poos bij o.a. IJzergieterij Ten Cate en bij Feenstra Verwarmingstechniek had ‘rondgehuppeld’.

En dan heeft hij zijn dwergkeesjes, ook een ‘Rozenbergtrio’, en niet te vergeten zijn zebravinkjes en kanaries. Geart: “Ik bin lykas ús Harm besmet mei it fûgelvirus, haha. Mar ik haw lang net safolle en neat tropysk.”

Zijn hart ligt bij het dammen, waarmee hij onlangs nog een pijpje pils en in Fryske droege woarst won. Nu eens niet in Emmeloord zoals die keer dat het stevig mistte. Terug van de Friese Dambond reed voormalig beroeps-chauffeur Geart stapvoets achter een paar lichtjes aan om thuis te komen… om te stranden bij een boerderij. Gelukkig wees de boer hem naar de snelweg terug en kwam Geart uiteindelijk toch thuis. Een nieuwe ervaring van ‘strekdam’ wellicht.

 

Age Bos

Hij is van vroeger en van nu, Age Bos. Vroeger, dat waren de jongste jaren in Mildam, waar hij 31 jaar geleden aan de Schoterlandseweg 65 werd geboren. En nu is het Heerenveen en ICT, maar meer nog vooruit kijken, actief en positief blijven. Dat zit er ingebakken van jongs af aan.

Age liet al op de Tjongerschool een zorgeloze jeugd achter zich toen bij mem Klaske non-hodgkin was ontdekt. Heit Sieb stond alleen voor de kinderen, deed de huishouding, vloog naar het ziekenhuis heen en weer en had daarnaast ‘gewoon’ zijn werk. Age was net 11 toen mem stierf.

“Mijn zusje en ik gingen naar de overblijfvoorziening, maar zij ging al snel naar speciaal onderwijs dus toen ik wat groter was, mocht ik alleen van school naar huis. Na de basisschool heb ik VMBO en de MAVO gedaan en daarna nog het Friesland College”.

Eigenlijk was het puur toeval dat Age in de ICT terechtkwam: “Ik ben altijd nieuwsgierig hoe dingen werken en een radio uit en weer in elkaar zetten was een leuk tijdverdrijf. Dus toen we de eerste computer thuis hadden, ik was zo’n jaar of 13, maakte ik die al snel open. En toen er iets niet werkte en de zaak failliet ging waar we hem hadden gekocht, ben ik zelf maar gaan prutsen.” Gewoon uit pure frustratie een moederbord repareren – wat lukte – zo is het begonnen.

Oud beestje upgraden

Het werd het begin van veel ‘prutsen’, want al snel kwam er werk voor anderen bij, die Age wisten te vinden. Zoals leeftijdgenoten hun brommer opvoerden, zo zat Age oude PC’s (‘oud beestje’) te upgraden. Steeds weer nieuwe problemen betekende voor hem steeds nieuwe oplossingen vinden. De basis is doorgaans hetzelfde, verduidelijkt hij: de voeding, het werkgeheugen en de opslagruimte. Het aantal besturingssystemen is nog wel bij te houden, hoewel de techniek razendsnel verandert. Wat vroeger op een enorme computer gedaan werd, kan nu al met zo’n kleine smartphone.

Age is grotendeels selfmade. Hij is geabonneerd op diverse ICT-nieuwsbrieven en websites waar hij de nieuwste ontwikkelingen ziet langskomen. “Het is allemaal niet meer bij te houden”, peinst hij. “Neem nou al die bedrijvennetwerken die maar uitbreiden. Net-protocols moesten worden aangepast omdat het aantal unieke IP-adressen (aansluitingen) het maximum bereikte. En sinds computers betaalbaarder en toegankelijker zijn, groeit het aantal particuliere gebruikers maar door.”

Bezitters van een computer – ook van de miniversies zoals een tablet of e-reader – begrijpen vaak niets van de techniek achter hun apparaat. Het zijn potentiële klanten als ze vastlopen of verdwalen op de handige websites voor ‘problemsolving’ met hun onbegrijpelijke taal. Age: “Ik heb nog bij Vobis (inmiddels opgeheven winkel bij het station) reparaties gedaan en heb bij de thuiszorg in Steenwijk op de ICT-afdelig gewerkt. Allemaal tijdelijk, maar ik heb er ongelooflijk veel geleerd.”

Korfbalvereniging en VV Mildam

Age’s generatie moet het in een werkend bestaan zien te redden met tijdelijke contracten, korte projectjes, geen kennisoverdracht en de grillen van de crisis. Maar je moet wat en dus nam Age ook werk aan buiten zijn eigen branche: onder andere in de logistiek bij Lasaulec en in de facilitaire dienstverlening bij Agis Verzekeringen. Af en toe ontdekt en ingezet op zijn ware talent – om alsnog te sneuvelen bij een fusie of faillissement.

Age houdt zijn motivatie: ”Het trekt weer aan, dus het komt wel goed. Ik kijk bij ‘De Streekboer’ (op lokale, duurzame producten gericht) wat de webshop softwarematig mist. Of ik bedenk hoe je een complexe voorraadbeheersing met allerlei koppelingen beheersbaarder maakt.” Een mooie uitdaging, maar waar haalt hij de energie vandaan? Age: “Uit de sport! Ik korfbal en zit in het bestuur. Ik ben al 8 jaar bij Udiros en maak de Omnisport nieuwsbrief. En ik ben betrokken bij de sponsorcommissie van VV Mildam en zorg voor hun site en de nieuwsbrief.”

Age kan veel aan, maar liet alles tussentijds noodgedwongen vallen. De mantelzorg voor zijn vader was te intensief. De beenmergtransplantatie met 10 maand quarantaine-regeling kon de leukemie niet stuiten. Age: “Er was wel thuiszorg, maar ik bewaakte de medicatie, stond anderen te woord, paste het huis aan en kookte – wat heel nauw luistert bij iemand bij wie het immuunsysteem is platgelegd.”

Een man van nu, dat is Age. Al kan hij als echte computernerd soms wat gesloten overkomen, je hoeft hem niet eerst uit en weer in elkaar te zetten om te ervaren dat hij ook bijzonder handig en sociaal vaardig is. We missen hem in Mildam… of zou hij nog terugkomen?

 

 

Gryt Schaap-Otter

 ‘Gryt Otter komt hjir te wenjen’! Dat ze allang mevrouw Schaap heette, was bijzaak. Gryt was en is van Mildam! Ze zit vol verhalen, over vroeger, heit Hidde, haar leven met Jacob en gekke anekdotes. Het mondt uit in een noflik petear, bepaald de moeite waard.

Hidde Otter en zijn vrouw verhuisden uit hun bungalow in Appelscha omdat mem heimwee had. Afkomstig uit Langweer beklemden de bossen haar. Heit verliet zijn baan bij het sanatorium toen hij werd aangenomen bij het Waterschap Mildam. Er zou een huis bij het stoomgemaal aan de Tjonger komen voor het jonge stel en hun 2-jarige Gerrit, maar uiteindelijk werd het de Schoterlandseweg. Daar werd in 1929 Gryt geboren, op dezelfde plek waar nu haar huis staat.

Gryt zit vol verhalen en heeft dat niet van een vreemde. Heit Hidde Otter kon behalve goed vertellen ook prachtig notuleren. Als secretaris van De Laatse Eer deed hij verslag van de ledenvergaderingen: ‘Velen vroegen of namen het woord en ontpopten zich als geweldige redenaars die hun toehoorders meesleepten in een bezielend betoog om hun idee ingang te doen vinden…’

Wat hij voor z’n vak deed? Technische man, vertelt Gryt: “Hij hie gjin folledige baan by it Wetterskip dat as erkend elektricien hat er by in protte Mildammers de elektra oanlein. Op âldjiersdei gong de iepenbiere verljochting op heal, wit’ jim dat net?” Als machinist van het stoomgemaal moest hij altijd klaarstaan als die afsloeg – al bleek het een paling in de machine. Daarnaast was hij meteropnemer voor het PEB en rijwielhersteller. Hij en zijn vrouw waren jaren ‘bekleder’, aflegger van overledenen.

Mei de fuotten

Het grote verdriet moest nog komen. Gerrit kreeg longontsteking – en overleed. En 10 jaar later werd ook Gryt erdoor getroffen, met blijvende gevolgen. Mem was geknakt, maar heit en Gryt wisten wat van het leven te maken. Gryt: “Heit hat my zwemmen en fisken leard. Ik haw as famke kure moatten foar TBC en foen in man dy ‘t mei 11 moanne polio hant hie, Jacob Schaap. Hy hie in rolstoel en beugels om ‘e skonken, dat ús âlden wiene lieuwk net bliid mei ús kar. No, wysels wol!” Ze woonden 40 jaar in Drachten waar Jacob bij Philips werkte. Daar vond schoolmeester (schaatser) Jeen van den Berg dat hij moest doorleren, want er zat een goeie kop op. Maar Jacob hoefde niet zo nodig. Toen Jeen het stel later tegenkwam met driewielerfiets én kinderwagen, riep hij uit: “Dus dat hast ek al oprêden!” Waarop Jacob uitlegde “Soks dochst net mei de fuotten, dat hiest wite moatten.”

Terugverhuisd naar Mildam beleefde Gryt eens iets bijzonders. Een stationcar die kabonk-kabonk-kabonk met lekke band stil viel. Buurvrouw was net weg, dus de bestuurder mocht wel even bij Gryt bellen. En of ze kon helpen tillen, omdat het reservewiel onder z’n vrachtje lag. Dat bleek een lijkkist! “Die hawwe we eefkes efter de hage delsetten en doe de reservebân der opsiet ha we de folle kiste wer yn ‘e auto tilt.” Ze kan er smakelijk om lachen!

Hotel Tjongerschans  

Gryt moet Jacob sinds vorig jaar missen, ze waren 55 jaar getrouwd. Ze hadden een prima boterham maar moesten op latere leeftijd om de beurt – soms tegelijk – het ziekenhuis in met het een of ander. Jacob eens 5 maanden en Gryt zelfs 14 maanden! Toen ze was ontslagen, misten de zaalgenoten haar oegriselik.  Beiden gingen er altijd lachend heen, vertelt ze, maar de laatste keer toen Jacob het aan z’n hart had, gaf hij geen verweer bij zijn opname.

Gryt is een ware levenskunstenares en maakt het bestaan ’sjeuïg’’. Ze komt de deur niet meer uit, maar krijgt wel vaak bezoek. Het is niet te merken dat deze vrouw het niet makkelijk heeft. “Als ik net thús bin, bin ik útfanhûs yn hotel Tsjongerschâns”, meldt ze met humor. Een gebroken enkel die niet wil beteren, de longen, dan weer de nieren. Hup, met de ambulance naar het ziekenhuis, zelfs al eens met slingerend achterwiel en autopech. Zoon Reinier woont dichtbij en ook de thuiszorg is kind aan huis. Kortom: Gryt redt zich alleen ook prima en maakt er wat van. Maar wie aangenaam gezelschap zoekt, moet eens langsgaan! Zittend bij het raam heeft ze wat tijd nodig om de telefoon op te nemen. Wie gaat haar eens bellen op 633120?